DHV ontwikkelt kribpaspoort voor aanbestedingstraject kribverlaging

Rivier de Waal wordt ‘Wilde Waal’

Advies- en ingenieursbureau DHV heeft in de tweede fase van het project ‘Kribverlaging Waal’ 130 kribben onderzocht op de samenstelling en opbouw ervan tussen Nijmegen en Tiel. De uitkomsten van dit milieukundig (bodem)onderzoek is per individuele krib vastgelegd in een zogenaamd ‘kribpaspoort’. Via een webapplicatie krijgen inschrijvende partijen in het aanbestedingstraject nu voor het eerst inzicht in de samenstelling van de kribben. Op 21 april heeft de gunning plaatsgevonden om daadwerkelijk de 120 kribben te verlagen en de Waal meer ruimte te geven. In 2015 zal het laatste werk (Fase 3) moeten zijn afgerond.

Lering uit Fase 1
In Fase 1 zijn afgelopen jaar 70 kribben verlaagd. In 2008 is DHV begonnen met het in kaart brengen van het gebied. Martijn Karelse, projectleider Rivieren en Kusten bij DHV: ‘DHV speelt gedurende het voortraject, maar ook bij de aanbesteding en gunning een belangrijke rol.’ In fase 1 zijn 10 van de 100 kribben onderzocht, maar extrapolatie van die resultaten naar de overige van de eerste 100 kribben bleek niet geheel aan de verwachtingen te voldoen. Vandaar dat in Fase 2 alle kribben zijn onderzocht. Na gunning van de tweede fase zal de uitvoerende aannemer het kribpaspoort up-to-date houden en overdragen aan de uiteindelijke rivierbeheerder.

Ruimtelijke kwaliteit speelt grote rol
De kribverlaging is in gang gezet om hoogwater tegen te gaan en de rivier meer ruimte te geven. Om meer zicht te krijgen op de effecten van de kribverlaging op de rivierbodem, zijn met behulp van GIS en sonar bij Oosterhout, Loenen, Dodewaard, Druten en Ochten enkele metingen verricht van geselecteerde kribvakken. Daarnaast heeft DHV, in samenwerking met Deltares, hydraulische- en morfologische studies uitgevoerd om de waterhoogte te voorspellen na kribverlaging en de invloed van de verlaging op de rivierbodem. In Fase 2 is nog nadrukkelijker gekeken naar ruimtelijke kwaliteitsaspecten. De kribverlaging op het niveau van de Waal draagt bij aan de ruimtelijke kwaliteit. De kernkwaliteit van een brede, krachtige rivier met grote dynamiek wordt versterkt. Door de kribben flexibel te laten mee ontwikkelen met veranderende eisen, maar met behoud van hun essentiële betekenis voor de Waal, is de toekomstbestendigheid vergroot. Karelse: ‘Drie generaties lang normaliseerden kribben de Waal. De nieuwe generatie kribben is een trendbreuk in het denken over normalisatie van de Waal. In plaats van nog meer controleren en fixeren, krijgt de Waal door verlaging een stukje dynamiek (Wilde Waal) terug.’

Aanbesteding Fase 3
Eind 2011 zal de aanbesteding en gunning van de laatste fase, de kribben benedenstrooms van Tiel tot aan Gorinchem, plaatsvinden. Het ecologische onderzoek, bodemonderzoek, vergunningenmanagement, hydraulische en morfologische berekeningen, explosievenonderzoek en archeologisch onderzoek zijn en worden, evenals in de eerste en tweede fase, ook door DHV uitgevoerd. ‘Hierdoor dragen wij bij aan zowel de ecologische als ook de veiligheidsontwikkelingen van de Waal, zodat we klaar zijn voor de toekomst, zonder dat dijken moeten worden opgehoogd,’ aldus Karelse.

Bron: DHV, 02-05-2011;