Commissie vereenvoudigt douaneformaliteiten voor schepen

Minder bureaucratie, minder vertraging in havens en een betere concurrentiepositie van de scheepvaartsector: de Europese Commissie heeft vandaag plannen gepresenteerd om de douaneformaliteiten voor schepen te vereenvoudigen. Expediteurs en exporteurs die via de korte vaart goederen door Europa willen verzenden, klagen over de zware administratieve procedures in havens, die tot extra kosten en aanzienlijke vertraging leiden – schepen moeten uren, soms dagen, in havens wachten op afhandeling door de douane. Daardoor is vervoer per schip een minder aantrekkelijke optie dan bijvoorbeeld het wegvervoer, wat leidt tot nog meer vrachtwagens op onze toch al overvolle wegen. Met de voorstellen die de Commissie vandaag heeft gepresenteerd, worden de administratieve procedures voor de scheepvaart verminderd, zodat deze sector zijn potentieel op de interne markt en daarbuiten optimaal kan benutten.

Siim Kallas, vicevoorzitter van de Commissie en Europees commissaris voor vervoer, verwoordde het als volgt: “Europa kampt met grote problemen op het gebied van files en vervuiling. De korte vaart biedt goede mogelijkheden voor goedkoop en milieuvriendelijk vervoer, waardoor minder goederen per vrachtwagen hoeven te worden vervoerd. Met de blauwe gordel wordt de administratieve belasting op innoverende wijze verminderd en wordt de scheepvaart een aantrekkelijker alternatief voor klanten die goederen binnen de EU willen vervoeren.”

Algirdas Šemeta, Europees commissaris voor belastingen en douane-unie: “De blauwe gordel zorgt voor een eengemaakte markt op zee. De voorgestelde maatregelen leiden tot daling van de kosten, vereenvoudiging van de administratieve procedures, vergemakkelijking van de handel en gelijkschakeling van de concurrentiepositie tussen alle soorten vervoer, wat de scheepvaartsector sterk ten goede zal komen. Tegelijkertijd wordt het werk van de douanediensten vereenvoudigd, zodat zij zich beter kunnen concentreren op bepaalde veiligheidsrisico’s en het beschermen van Europese burgers en bedrijven.”

In de vandaag gepresenteerde mededeling “De blauwe gordel, naar een scheepvaartruimte zonder grenzen” worden twee belangrijke voorstellen beschreven om de douaneformaliteiten voor schepen te vereenvoudigen door wijziging van het bestaande douanewetboek (de uitvoeringsbepalingen van het communautair douaneboek (UCDW)).

1. Vereenvoudiging van de douaneformaliteiten voor scheepvaart binnen de EU
Rederijen die op een vaste route binnen de EU varen en voornamelijk Europese goederen vervoeren, komen nu reeds in aanmerking voor lichtere douaneprocedures (op grond van de procedures voor lijndiensten). Met de voorstellen die de Commissie in juni 2013 heeft ingediend, wordt deze regeling voor lijndiensten uitgebreid om de procedures korter en flexibeler te maken. De raadplegingsfase tussen de lidstaten wordt ingekort van 45 naar 15 dagen. Ook kunnen rederijen op voorhand al een vergunning voor een lidstaat aanvragen, om tijd te besparen op het moment dat de kans om zaken te doen zich daadwerkelijk aandient.

2. Vereenvoudiging van de douaneformaliteiten voor schepen die havens in een derde land aandoen
Bijna 90% van de schepen vervoeren zowel EU- als niet-EU-goederen en doen vaak ook havens buiten de EU aan, bijvoorbeeld in Noorwegen, Noord-Afrika of Rusland. Voor deze schepen stelt de Commissie voor om de douaneprocedures aanzienlijk te verbeteren door middel van een systeem waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de Uniegoederen aan boord (die snel moeten worden vrijgegeven) en niet-Uniegoederen aan boord, waarvoor de gebruikelijke douaneprocedures moeten worden gevolgd.

Daartoe zal de Commissie vóór het einde van het jaar een voorstel indienen voor een gestandaardiseerd elektronisch goederenmanifest. Via dit nieuwe “e-manifest” kan een rederij in alle manifesten (binnen en buiten de EU) informatie verstrekken over de status van de goederen.

Met deze twee maatregelen moet de blauwe gordel tegen 2015 een feit zijn.

Achtergrond:
In volume vindt 75% van de buitenlandse handel van de EU en 37% van de interne handel per schip plaats.

Vrij verkeer van goederen is een basisvrijheid op grond van het Europese recht, maar in de scheepvaart is hier nog geen sprake van. Een schip dat van Antwerpen naar Rotterdam vaart, wordt nog steeds op dezelfde manier behandeld als een schip uit China. Waarom? Dat komt doordat schepen die de territoriale wateren van de lidstaten verlaten (meer dan twaalf mijl buiten de kust), worden beschouwd als schepen die de buitengrenzen van de EU overschrijden. Schepen die van een haven in de ene lidstaat naar een haven in de andere lidstaat varen, worden dus geacht het EU-douanegebied te hebben verlaten. Daarom zijn douaneformaliteiten vereist in de haven van vertrek, en opnieuw in de haven van aankomst, zelfs als beide havens in een EU-lidstaat liggen.

De vereniging van Europese reders (ECSA) concludeerde op basis van informatie van haar leden (rederijen) dat dankzij een vereenvoudiging van de administratieve procedures per container 25 euro kan worden bespaard. Naast besparingen is tijdswinst echter nog belangrijker. Op dit moment kiezen veel klanten (bijvoorbeeld exporteurs) voor wegvervoer vanwege de snelheid.

Momenteel wordt 45,3% van alle vracht in de EU over de weg vervoerd, 11,0% per spoor, 3,7% via de binnenvaart, 3,1% via pijpleidingen, 36,8% over zee (dat wil zeggen via de korte vaart) en 0,1% door de lucht (bron: https://ec.europa.eu/transport/facts-fundings/statistics/pocketbook-2013_en.htm, in tonkilometers).

De vandaag goedgekeurde mededeling bevat niet alleen voorstellen voor het creëren van een blauwe gordel – een ruimte waarin schepen vrij kunnen opereren binnen de interne markt, met een minimum aan administratieve lasten, terwijl de veiligheid en het milieu worden gewaarborgd en het douane- en belastingbeleid wordt versterkt – maar ook om deze vereenvoudigingen door te trekken naar reizen buiten de EU door de systemen voor toezicht en verslaglegging beter te benutten.

De voorstellen voor de blauwe gordel sluiten aan bij het herziene kader voor het Europese havenbeleid, dat op 23 mei 2013 is vastgesteld en dat ook gericht is op het versterken van de concurrentiepositie van de Europese zeehavens en het benutten van hun groeipotentieel (zie MEMO/13/448).

De mededeling volgt op de lancering van het tweede wetgevingspakket interne markt in oktober 2012 (zie IP/12/1054) en op het proefproject dat in 2011 werd uitgevoerd door het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid.