Forecast 2015

2014 is bijna voorbij en 2015 staat voor de deur. Hoe is het de sector het afgelopen jaar vergaan? Wat verwacht men dat 2015 ze zal brengen? En wat is de stand van zaken met betrekking tot het aantrekken van meer jeugd in de sector? Drie vragen die wij besproken hebben met de verschillende brancheorganisaties die de Nederlandse maritieme sector rijk is. Dit waren hun antwoorden.

“Ik hoop dat in 2015 door de politiek erkend wordt dat de Nederlandse maritieme sector ertoe doet. Een sector die goed is voor het belang van Nederland. We zorgen immers voor werk, zijn duurzaam bezig en generen een hoop export. We zijn ondersteunend aan de welvaart in Nederland en een welvarende toekomst. We zorgen voor bijna 3% van het BNP en bijna 2% van de Nederlanders zijn direct werkzaam in deze sector”, begint Arjen Uytendaal, directeur van netwerkorganisatie Nederland Maritiem Land.

Ontwikkelingen
Peter Zoeteman, directeur van Netherlands Maritime Technology, voegt toe: “Voor de maritieme maakindustrie is het erg belangrijk om het internationale level playing field te bewaken, met name op het gebied van overheidsinvesteringen van concurrerende landen, exportinnovaties en financieringen. Als de Nederlandse sector concurrerend wil blijven, dan is de steun van de overheid van cruciaal belang. 2014 was een heel goed jaar voor de maakindustrie en voor 2015 zien we dat eigenlijk alleen maar positief in, hoewel het economisch moeilijk zal blijven. De maritieme industrie krijgt de komende jaren te maken met een hoop nieuwe regels, toch blijft onze achterban positief.”

“Reders hebben het al moeilijk sinds 2008. We hebben lang gehoopt op een toename van vracht, en deze is er wel iets maar tegelijkertijd groeit het aantal schepen. Deze overcapaciteit levert veel problemen op en zet de prijzen onder druk.  De afgelopen jaren is er veel gepraat overmaatregelen om  zwavel, stikstof, ballaswater en CO2. Wij hebben gezegd, doe niet alles tegelijk, want vraagt heel veel investeringen in een moeilijke tijd. Met de reders die werkzaam zijn in de offshore sector gaat het relatief goed, daar zijn veel ontwikkelingen. Ik verwacht voor 2015 hetzelfde”, legt Tineke Netelenbos, voorzitster van de Nederlandse redervereniging KVNR uit.

Sander Vergroesen, managing director van IRO ziet dezelfde positieve toekomst voor offshore olie en gas: “De behoefte aan fossiele brandstof zal, ondanks de ontwikkelingen in de renewable energymarkt, toch blijven groeien. Het tempo waarin dit gebeurt, hangt echter af van de ontwikkeling van de olieprijs, geopolitieke situaties en economische ontwikkelingen wereldwijd. Het is belangrijk voor onze toekomst om gebieden te exploiteren waar nog reserves in de grond zitten. Dit kan in landen of velden gebeuren die hiertoe eerder niet in staat waren vanwege de technologie bijvoorbeeld, maar ook in landen waar dat eerder verboden was zoals in Mexico. De olie en gassector opereert wereldwijd, dat betekent dat wanneer het ergens iets minder gaat wij verder gaan in een gebied waar het beter gaat. Hierdoor zien wij de toekomstzon stralend tegemoet.”

Investeren in jeugd
André Vink, directeur van watersportvereniging HISWA, legt uit waarom jongeren belangrijk zijn voor zijn branche: “De watersportwereld heeft in heel Europa te maken met een vergrijzing van haar consumenten. De gemiddelde leeftijd ligt momenteel rond de 58 jaar. Het goede hiervan is, is dat dit een kapitaalkrachtige groep is. Het slechte nieuws is echter dat er een groot gat zit met de volgende generatie: jongeren tussen de 15-20 die in de toekomst de gebruikers zullen zijn. Om hen te interesseren probeert de branche haar businessconcept om te gooien, de sector moet slim inspelen op en investeren in deze nieuwe doelgroep. Wij denken dat de watersportwereld een hele mooie kraamkamer is voor de toekomstige werknemers van de maritieme sector.”

Edwin Lokkerbol, directeur van de Waterbouwers: “Op Prinsjesdag werd bekend gemaakt dat minister Melanie Schultz van Haegen van het ministerie van Infrastructuur en Milieu € 750,000 beschikbaar stelt om de komende drie jaar jongeren bekend te maken met de branche. Als waterbouwers draaien we hier volop in mee en vinden we dit een ontzettend belangrijk punt. Hoewel het belangrijk blijft om de aandacht voor dit onderwerp niet te laten verslappen, hebben we wel het idee dat het water een aanzuigende werking heeft. Daarnaast heeft de branche ruimte om banen te creëren met de plannen voor de toekomst op tafel.”

Concurreren
Robert Kasteel, directeur van binnenvaartvereniging CBRB: “In de binnenvaart merken we dat de markt langzaam minder krap wordt. Toch blijft het een uitdaging om jongeren te enthousiasmeren voor de binnenvaart. Veelgehoord is dat ze een baan op de wal verkiezen boven een baan in de vaart. Terwijl wij prima meeconcurreren wat betreft arbeidsvoorwaarden. Het Onderwijs Centrum Binnenvaart probeert jongeren ook aan te trekken  via zijinstroom. De laatste twee jaar lukt dat steeds beter, en wij hebben deze jongeren ook echt nodig.”

Jongeren
“In 2014 zijn het aantal inschrijvingen voor maritieme opleidingen verder gegroeid. Als je kijkt naar scholen als het STC of de TU Delft dan kun je duidelijk een groeiende belangstelling zien voor technische, maar ook maritieme opleiding. Met deze groei in het achterhoofd moeten we echter wel kritisch kijken naar het aantal beschikbare stageplekken. Samen met het bedrijfsleven moeten we aan de slag om voldoende plekken aan te bieden in 2015”, besluit Uytendaal. Netelenbos voegt toe: “Er is duidelijk een groeiende instroom van jongeren op de maritieme colleges aan de gang. Zoals gezegd gaat dat zo goed dat het moeilijker wordt stageplaatsen te vinden, daarom zijn wij druk doende om op dit gebied te innoveren. Zo willen we jongeren langer op simulatoren laten oefenen, voordat ze aan boord gaan. Zo zijn ze veel beter opgeleid en kunnen bedrijven studenten beter onderbrengen. Dit is niets nieuws, in de luchtvaart gebeurt dit ook. Het blijft natuurlijk fantastisch dat er zoveel jongeren zijn die nu kiezen voor onze geweldige sector.” AK