“Binnenvaart moet toe naar arbeidsmarktagenda”

Opleiding & training

Het personeelstekort in de binnenvaart neemt langzaam ernstige vormen aan. Een strategische arbeidsmarktagenda 2017 – 2030 is volgens het Bureau Voorlichting Binnenvaart nodig om de problemen op de arbeidsmarkt structureel het hoofd te bieden.

“Die agenda, met daaraan gekoppeld een concreet actieprogramma en een langlopende campagne, moet er wat ons betreft snel komen”, aldus Mariska van der Starre, programmamanager bij het Bureau Voorlichting Binnenvaart. Circa tweehonderd vacatures in de binnenvaart – in totaal goed voor ruim 17.000 arbeidsplaatsen – zijn feitelijk onvervulbaar, zo blijkt uit peilingen bij de achterban. Ongeveer een derde deel van het huidig personeelsbestand op de Nederlandse binnenvaartvloot bestaat inmiddels al uit buitenlands personeel, vooral afkomstig uit Oost-Europa.

De tekorten verschillen per provincie. Zo is het tekort in bijvoorbeeld de provincie Utrecht groter dan in de provincies Zuid- en Noord-Holland en Zeeland (provincies met binnenvaartopleidingen). Circa 80 procent van het nieuwe personeel wordt geworven binnen de branche zelf en dus niet daarbuiten. Nog maar 60 tot 65 procent van de pas aangenomen bemanning blijkt na drie jaar nog steeds te varen. De ‘uitval’ wordt vooral veroorzaakt door jongeren die willen doorstuderen of een baan aan de wal ambiëren, zo blijkt uit onderzoek van het STC Rotterdam en het NOVA College.

“We worden geregeld gebeld met de vraag hoe het tekort aan binnenvaartpersoneel aan te pakken? Ook van onze sponsoren krijgen we zorgwekkende berichten. Als voorlichtingsbureau voor de binnenvaart nemen we daar graag het voortouw in.” De binnenvaart heeft goede kaarten in handen voor de toekomst. Door het testen van vernieuwende technieken en alternatieve brandstoffen wil de binnenvaart komen tot forse emissiereducties. Logistiek gezien is er daarnaast een verschuiving gaande waarbij steeds meer verladers voor ‘the Blue Road’ (vervoer over water) kiezen. Ook dat sluit aan bij de wens van Europa om het aandeel binnenvaart in het goederenvervoer te vergroten teneinde de CO2-uitstoot door het goederenvervoer te verlagen. “Bij dergelijke innovatieve inspanningen en toekomstambities hoort een gezond personeelsbestand. Geen korte termijn acties op ad hoc basis, maar acties gebaseerd op een gezamenlijke strategische arbeidsmarktagenda voor de Binnenvaart 2017-2030”, aldus Van der Starre. “Dit betekent dat je de problemen ook serieus in kaart brengt; hoe groot is het probleem, waar knelt het, wat komt er nog op de sector af, wat betekent dit voor de personeelsvraag, hoe ziet het personeelsbestand eruit over 5, 10 of 15 jaar. Dat zijn vragen waar we ons als sector over moeten buigen. Pas dan kunnen we doelgericht aan de slag, met allerlei maatregelen inspelen op trends en gericht campagne gaan voeren.”

Het Bureau Voorlichting Binnenvaart voert al vergevorderde gesprekken met brancheorganisaties, vakbonden, het bedrijfsleven en het onderwijsveld om een dergelijke agenda gezamenlijk op te stellen en een gedegen langlopende campagne voor te bereiden.

Van der Starre: “We zullen heel anders naar het probleem moeten gaan kijken. Een potentiële werknemer legt als het ware een reis af vanaf opleiding tot aan loopbaan. Spannen we ons in om bijvoorbeeld de instroom op de opleidingen te bevorderen, maar laten we het vervolgens als sector elders op die reis versloffen door slechte leermeesters aan boord of nauwelijks carrièreperspectief, dan worden onze inspanningen eerder op die reis, later alsnog tenietgedaan. En hier zien we voor elk deel van de reis een rol voor de betrokken gesprekpartners. ”

Voor financiering van een actieprogramma met een dergelijke lange looptijd tot 2030 wordt gedacht aan bijdragen vanuit de branche zelf, de landelijke overheid en Europa. Een langdurige, structurele inspanning om te komen tot een gezond, professioneel en toereikend personeelsbestand, ook in de toekomst, vraagt nu eenmaal om voldoende budget. Het Bureau Voorlichting Binnenvaart hoopt snel de handen opeen te krijgen en te kunnen starten met een gezamenlijke agenda.