Van Oord Hollandse Kust Zuid project

Goede resultaten voor Van Oord in uitdagend jaar

  • Omzet: EUR 1,7 miljard (2019: EUR 1,6 miljard)
  • EBITDA: EUR 226 miljoen (2019: EUR 254 miljoen)
  • Nettoresultaat: EUR 33 miljoen (2019: EUR 46 miljoen)
  • Operationele kasstroom: EUR 476 miljoen (2019: EUR 30 miljoen)
  • Orderportefeuille: EUR 3,6 miljard (2019: EUR 3,6 miljard)
  • Nettoschuld: EUR -24 miljoen (2019: EUR 307 miljoen)
  • Solvabiliteitsratio: 41,3% (2019: 41,8%).

2020 was een uitdagend jaar. De COVID-19-pandemie heeft een grote invloed gehad op ons dagelijks leven, onze families getroffen, onze manier van werken veranderd, en ons voor talloze zakelijke uitdagingen gesteld. Ook voor Van Oord is dit een uitzonderlijk jaar geweest. Onze eerste prioriteit was en is de gezondheid en veiligheid van onze medewerkers. We hebben ons aan nieuwe omstandigheden weten aan te passen, en we prijzen ons gelukkig met de flexibiliteit van onze medewerkers en de veerkracht van onze organisatie. Doordat we snel reageerden, de focus legden op opdrachtgevers en projecten en onze kosten herstructureerden, zijn we erin geslaagd een hogere omzet, sterkere operationele resultaten, een relatief stabiele EBITDA en een zeer sterke kasstroom te genereren. We hebben een reorganisatie uitgevoerd die al onze medewerkers raakte. We hebben ons weten aan te passen, en daarmee een solide financiële basis gelegd voor toekomstige groei.

Van Oord Hollandse Kust Zuid project
Van Oord Hollandse Kust Zuid project
Van Oord Hollandse Kust Zuid project. Foto Van Oord.

Belangrijkste financiële resultaten

Dankzij het uitstekende werk van onze mensen hebben we solide financiële resultaten geboekt. In 2020 realiseerde Van Oord een omzet van EUR 1.677 miljoen (2019: EUR 1.644 miljoen) en ondanks de impact van herstructureringskosten en incidentele kosten bleef de EBITDA relatief stabiel met EUR 226 miljoen (2019: EUR 254 miljoen).

De kasstroom was zeer sterk, hetgeen resulteerde in een positieve netto-kasstroom van EUR 24 miljoen ultimo boekjaar (2019: nettoschuld EUR 307 miljoen). Onze orderportefeuille bleef stabiel met EUR 3.553 miljoen (2019: EUR 3.610 miljoen).

De omzet kende in 2020 een andere structuur dan in 2019. De omzet van de business unit Dredging daalde verder tot EUR 598 miljoen (2019: EUR 690 miljoen) door de aanhoudende marktdruk, nog eens versterkt door COVID-19. Offshore Wind boekte meer omzet (2020: EUR 632 miljoen, 2019: EUR 571 miljoen) door een hoog activiteitenniveau. De omzet van de business unit Offshore bleef stabiel met EUR 211 miljoen (2019: EUR 210 miljoen). De business unit Netherlands vergrootte zijn omzet tot EUR 236 miljoen (2019: EUR 173 miljoen) als gevolg van de grote projecten in uitvoering (waaronder Afsluitdijk, A16 bij Rotterdam).

Onze EBITDA bleef met EUR 226 miljoen relatief stabiel. Een goede prestatie gezien de moeilijke omstandigheden en eenmalige kosten. Maatregelen in verband met COVID-19 en de herstructurering van onze organisatie hebben geresulteerd in tientallen miljoenen aan incidentele kosten. Gedegen projectuitvoering en (relatief) goede projectresultaten, maar ook aanzienlijke kostenbesparingen, kwamen onze resultaten over 2020 ten goede.

Onze orderportefeuille bedroeg eind 2020 EUR 3.553 miljoen, hetgeen stabiel is ten opzichte van 2019 (EUR 3.610 miljoen). Onze onderliggende markten blijven aantrekkelijk en onze orderportefeuille zal naar verwachting groeien. In 2020 werd Van Oord door RWE gekozen als ‘preferred contractor’ voor het Sofia Offshore Wind Project. Dit project is nog niet opgenomen in de orderportefeuille eind 2020. Van Oord is verantwoordelijk voor de engineering, inkoop, bouw en installatie (EPCI) van de monopile-fundaties en verbindingskabels van het Sofia project, dat een capaciteit heeft van 1,4 GW.

Met eigen middelen ter waarde van EUR 1.015 miljoen (2019: EUR 1.008 miljoen) en een solvabiliteitsratio van 41,3% (2019: 41,8%) was onze financiële positie in 2020 onverminderd sterk. We hadden een positieve netto-kasstroom van EUR 24 miljoen, vergeleken met een nettoschuld van EUR 307 miljoen ultimo 2019, en blijven daarmee ruim binnen de voorwaarden van onze kredietfaciliteiten.

De verbetering van onze schuldpositie was voornamelijk te danken aan de zeer sterke operationele kasstroom (2020: EUR 476 miljoen, 2019: EUR 30 miljoen) als gevolg van positieve ontwikkelingen in het werkkapitaal en EBITDA.

We temporiseerden onze investeringskasstroom (EUR 2020: EUR 120 miljoen, 2019: EUR 222 miljoen). Vanaf 2021 zullen we weer meer gaan investeren teneinde de mogelijkheden die zich aandienen te benutten.

Pieter van Oord, CEO: ‘Het spreekt voor zich dat 2020 een disruptief jaar is geweest. COVID-19 is in de eerste plaats een wereldwijde gezondheidscrisis. De pandemie heeft een zware wissel getrokken op de wereldeconomie, onze markten, klanten, projecten en medewerkers. Met name de olie- en gasmarkt werd zwaar getroffen. De olieprijs daalde van bijna 60 dollar aan het begin van 2020 tot 20 dollar in april, en herstelde zich gaandeweg het jaar geleidelijk. De meeste olie- en gasbedrijven schroefden hun investeringen fors terug, met gemiddeld 35% in 2020. De wereldwijde maritieme handel kelderde en investeringen in havens werden uitgesteld of liepen vertraging op. Hierdoor daalde ook het tendervolume voor een aantal van onze activiteiten drastisch.’

‘Ons bedrijf beleefde een van de lastigste jaren in onze ruim 150-jarige geschiedenis. Ik ben er trots op hoe we samen hebben gewerkt om door deze turbulente tijden te navigeren. Onze eerste prioriteit was en is de gezondheid en veiligheid van onze medewerkers. We hebben binnen korte tijd die maatregelen genomen die noodzakelijk waren om het welzijn van onze medewerkers te garanderen en de continuïteit van onze werkzaamheden te waarborgen. We moesten afscheid nemen van een groot aantal medewerkers. Een moeilijke beslissing. Op operationeel vlak hebben wij ons aanpassingsvermogen bewezen. Alle projecten zijn voortgezet ondanks logistieke, personele en financiële uitdagingen. Een geweldige prestatie, die zich heeft vertaald in solide resultaten.’
‘Als gevolg van alle maatregelen hebben we in 2020 een hogere omzet behaald dan in 2019. Cyclische schommelingen in bepaalde markten zijn gecompenseerd door krachtige groei in andere markten, terwijl de langetermijn-groeidrijvers positief blijven. Met name de business units Netherlands en Offshore Wind boekten meer omzet, terwijl de inkomsten uit onze baggeractiviteiten nog altijd onder druk staan. Onze EBITDA bleef relatief stabiel, ondanks incidentele kosten in verband met COVID. Onze orderportefeuille is stabiel en zal naar verwachting groeien. Onze operationele kasstroom was zeer solide, waardoor we onze nettoschuld ultimo 2019 wisten om te buigen naar een netto-kasstroom ultimo 2020. We sluiten dit moeilijke jaar af met een zeer sterke balans.’

‘In dit jaar vol uitdagingen maakten onze mensen en hun aanpassingsvermogen het verschil. We hebben alle vertrouwen in onze strategische koers, onze portfolio en het concurrentievermogen van onze vloot. De bevolkingsgroei, de groei van de maritieme handel, de energietransitie en de toenemende vraag naar energie, maar ook de gevolgen van de klimaatverandering, zullen in de komende decennia een bijdrage leveren aan al onze bedrijfsactiviteiten. We willen onze leidende marktposities versterken en staan in de startblokken om onze investeringen op te voeren zodra de wereldeconomie zich herstelt.’

Hoogtepunten uit de business units

Dredging

Dredging is een van de hoekstenen van Van Oord, mede dankzij de langetermijn-groeidrijvers zoals klimaatverandering, bevolkingsgroei, maritieme handel en energievraag. Structurele marktveranderingen en de uitbraak van de wereldwijde COVID-pandemie hebben de markt vooralsnog onder druk gezet. Door de algemene onzekerheid snoeiden publieke en private opdrachtgevers hun uitgaven terug en stelden zij aanbestedingen uit. Als gevolg hiervan liep het gunningsvolume in 2020 terug. De bezettingsgraad van de sleephopperzuigers en cutterzuigers was relatief laag. De operationele prestaties en het resultaat daarentegen waren beter dan verwacht.

Vermeldenswaardige projecten in 2020 waren onder meer het uitdiepen van een 62 kilometer lange vaargeul tussen Świnoujście en Szczecin (Polen) en de voltooiing van het contract voor de aanwinning van land in het kader van de PEMEX-olieraffinaderij in Dos Bocas (Mexico). Dit project betrof de winning van 12 miljoen kubieke meter zand voor de aanleg van 600 hectare nieuw land.

Onze ‘Reinventing Dredging 2030’-strategie begint op stoom te komen. In 2020 startten we een interventieprogramma om onze prestaties te borgen en nieuwe groei te stimuleren door de introductie van innovatieve concepten rondom onze kernactiviteiten, zoals bijvoorbeeld klimaatadaptatie.

Offshore Wind

Een andere hoeksteen in ons portfolio is Offshore Wind, een belangrijke aanjager van de wereldwijde energietransitie. Van Oord is sinds 2002 actief in de offshore-windenergiesector en inmiddels een toonaangevende speler op dit gebied. In 2020 hebben we verschillende projecten voor offshore windparken uitgevoerd en afgerond. Deze leveren nu energie aan meer dan 2,5 miljoen huishoudens.

De business unit Offshore Wind heeft een sterk jaar achter de rug. De omzet bedroeg EUR 632 miljoen, tegen EUR 571 miljoen in 2019. De operationele resultaten stegen flink. Grote projecten zoals Borssele III & IV en Kriegers Flak werden met succes afgerond. De bezettingsgraad van installatieschepen zoals de Aeolus en de Nexus was hoog.

Offshore Wind ging van start met het eerste kabellegproject van Van Oord in Taiwan. Het contract, dat werd gegund door Ørsted, betreft de kabelinstallatie voor het offshore windpark Greater Changua (vermogen 900 MW). In 2020 installeerde ons installatieschip Aeolus de laatste van de 77 monopiles en alle turbines voor het Borssele III & IV offshore windpark in opdracht van het Blauwwind-consortium (Partners Group, Shell, Eneco, DGE en Van Oord). Kabellegger Nexus installeerde de kabels. Het windpark heeft een totaal geïnstalleerd vermogen van 731,5 MW en levert daarmee voldoende stroom voor ongeveer 825.000 Nederlandse huishoudens.

De orderportefeuille van Offshore Wind is goed gevuld. Er zitten tenders in de pijplijn voor projecten in Europa, Azië en de VS. Het potentieel voor onze offshore windactiviteiten is groot. Onze orderportefeuille zal naar verwachting groeien, mede dankzij onze status van ‘preferred contractor’ voor Sofia en Baltic Hub. Het Sofia offshore windpark, dat in opdracht van RWE wordt gerealiseerd, bevindt zich op de Doggersbank in de Noordzee. De bouw van het park met een capaciteit van 1,4 GW gaat in 2023 van start. Sofia zal een van de grootste offshore windparken ter wereld worden en naar verwachting genoeg elektriciteit produceren om bijna 1,2 miljoen Britse huishoudens van stroom te voorzien. Vorig jaar bereikten we tevens een mijlpaal met onze bijdrage aan de totstandkoming van het Saaremaa offshore windpark in Estland. Hier is ruimte voor een windpark met een capaciteit van meer dan 1 GW. Offshore windprojecten zijn omvangrijker en complexer geworden, hetgeen de hele waardeketen verder zal professionaliseren.

Offshore

2020 was een jaar met wisselende resultaten voor de business unit Offshore. De unit Subsea Rock Installation (SRI) kende een goed jaar, en boekte solide financiële resultaten. Van Oord’s valpijpschepen hadden het druk dit jaar. De Stornes vestigde een record door in slechts tien maanden tijd 1,5 miljoen ton steen te installeren. De Bravenes verbrak haar eigen record door bij één project 1,5 miljoen ton steen te installeren. De markt voor Offshore Pipeline Installation (OPI) ging gebukt onder plots teruglopende investeringen door gas- en oliemaatschappijen als gevolg van de pandemie. In 2020 startten we met de voorbereidingen voor de uitvoering van het LNG-project in Mozambique (geëxploiteerd door Total). Bij talloze offshore-windprojecten namen we de kabel- en zeebodembescherming voor onze rekening.

Onze totale offshore-portefeuille verschuift gestaag richting duurzame energie en kabels. En terwijl we werken aan de energietransitie op verschillende plaatsen in de wereld, blijft Van Oord ook samenwerken met bestaande opdrachtgevers en partners in de olie- en gassector teneinde een breed scala aan offshore energie-infrastructuur te installeren, te stabiliseren en te beschermen.

Nederland

De omzet van de business unit Netherlands steeg in 2020 ten opzichte van 2019, ondanks de COVID-19-crisis en de onzekerheid op de markt over wijzigingen in de regelgeving (PAS en PFAS). Doordat we snel handelden en creatieve oplossingen aandroegen, konden veel projecten doorgang vinden. Onze grootste opdrachtgever – Rijkswaterstaat – deed er bovendien alles aan om vertragingen te voorkomen. De omzetgroei is te danken aan twee grote DBFM-projecten (Design, Build, Finance, Maintain) in onze orderportefeuille. De geplande start van het ViA15-project liep vertraging op door aan PAS-gerelateerde kwesties.

In 2020 hebben wij ons sterk gericht op de uitvoering van het Afsluitdijk-project. Dit droeg bij aan de omzetontwikkeling van de business unit. We boekten grote vooruitgang bij het plaatsen van innovatieve Levvel-blocs om de Afsluitdijk aan de zijde van de Waddenzee te beschermen. Bij dit project kregen we te maken met een ingrijpend wijzigingsverzoek door de opdrachtgever. Deze wijziging houdt verband met de hydraulische randvoorwaarden op het IJsselmeer. Hierdoor moesten de nieuwe en bestaande spuisluizen worden herontworpen, hetgeen tevens zal leiden tot een langere bouwperiode. We voeren momenteel een constructieve dialoog met Rijkswaterstaat over de gevolgen van deze wijziging voor het tijdschema en de kosten. In 2020 waren we tevens betrokken bij het A16 Rotterdam-project. Binnen het consortium is Van Oord onder andere verantwoordelijk voor het leveren van circa 4 miljoen kubieke meter zand. Tot op heden is in totaal 3 miljoen kubieke meter zand geleverd.

Het bevorderen en behouden van de infrastructuur in Nederland zal verdere investeringen vereisen. Nagenoeg alle toekomstige infrastructuurprojecten dreigen vertraging op te lopen door PAS-gerelateerde zaken. We zijn in afwachting van politieke besluitvorming waarmee dit probleem het hoofd kan worden geboden.

Gevolgen COVID-19

In 2020 hebben wij ons aangepast aan nieuwe marktomstandigheden. Wij reageerden met een duidelijk COVID-19-beleid, gingen veelvuldig in gesprek met onze mensen, namen vele maatregelen. Alles bij elkaar wisten we de continuïteit van de onderneming op veilige en verantwoorde wijze te waarborgen, en droegen we bij tot de sociale cohesie.

De omstandigheden noopten ons er ook toe onze kostenstructuur aan te passen. Met een reorganisatie werd het aantal medewerkers in 2020 met ruim 800 FTE teruggebracht. Een moeilijk proces voor de betrokken medewerkers en voor de onderneming als geheel. De reorganisatie ging gepaard met een collectieve ontslagronde in Nederland. Met de Ondernemingsraad en de vakbonden werd een verantwoord sociaal plan overeengekomen. Wereldwijd daalde het aantal medewerkers van circa 5.200 in 2019 tot circa 4.400 in 2020.

Investeringen

Gezien de onzekere marktvooruitzichten hebben we onze bedrijfsstrategie geactualiseerd. Deze strategie geeft richting aan onze ambitie om komende tien jaar een duurzame groei te kunnen realiseren.

Naar aanleiding van onze aangepaste strategische koers en investeringsverplichtingen hebben we ons vijfjarig investeringsplan geactualiseerd. In maart 2020 werd onze nieuwe sleephopperzuiger Vox Amalia in bedrijf genomen. Dit schip is toonaangevend in zijn klasse en vervangt de vorige generatie. De bouw van drie nieuwe LNG-aangedreven sleephopperzuigers bij Keppel Singapore liep enkele maanden vertraging op door de lockdown in Singapore. Na de zomer werden de werkzaamheden hervat. De eerste sleephopperzuiger, de Vox Ariane, werd in januari 2021 te water gelaten. Dit schip zal eind 2021 in de vaart worden genomen. De andere twee sleephopperzuigers volgen in 2022. Met deze drie ‘state-of-the-art’ sleephopperzuigers vervangen we vrijwel het hele middenklasse-segment van onze baggervloot.

Ook bouwen we twee nieuwe waterinjectievaartuigen (WID’s) op de Kooiman-scheepswerf in Zwijndrecht. Deze WID’s zullen de plaats innemen van de eerste generatie WID’s. We blijven trouw aan de innovatieve geest van de onderneming en lopen nog altijd voorop bij deze werkmethode.

Om ons commitment te tonen aan de energietransitie hebben we geïnvesteerd in een grote ‘groene’ kabellegger. Het schip wordt gebouwd door het Noorse VARD, is voorzien van de nieuwste duurzame technologieën en moet in 2023 operationeel zijn. Het betreft een hybride schip met motoren die draaien op biobrandstof, maar ook kunnen worden aangedreven door CO2-neutrale brandstoffen. Dit ontwerp zorgt voor een gering energieverbruik en minder CO2-, NOx- en SOx-uitstoot. Daarnaast blijven we investeren in de verbeteren van onze installatieschepen voor offshore wind. Deze investeringen vormen een belangrijke stap bij het verwezenlijken van onze ambitie om vóór 2050 CO2-neutraal te zijn.

Vooruitzichten 2021

De wereld is het nieuwe jaar met gemengde gevoelens begonnen. Het einde van de tunnel is in zicht nu de vaccinatieprogramma’s wereldwijd van start zijn gegaan. Aan de andere kant hebben we nog steeds te maken met lockdowns en toenemende aantallen COVID-19-besmettingen. Desalniettemin denken we dat de economische groei in het tweede halfjaar waarschijnlijk zal aantrekken. Deze opleving zal tevens een positief effect hebben op onze markten. We verwachten met name een geleidelijk herstel van de baggeractiviteiten en van de offshore olie- en gasmarkt. De gevolgen van het herstel zullen waarschijnlijk pas in 2022 voelbaar zijn. Hoewel een deel van ons portfolio nog altijd grote uitdagingen kent, zijn we goed gepositioneerd om onze leidende positie in offshore wind de komende jaren volledig te benutten.

In 2020, een uniek jaar vol uitdagingen, hebben we ons snel weten aan te passen en daarmee de basis gelegd voor onze geactualiseerde strategie voor 2030: Building the Future Together.