Haventarieven gericht op groei en verder marktherstel

De haventarieven stijgen de komende drie jaar met de helft van het inflatiepercentage, met een maximum van 1% per jaar. Voor 2015 betekent dit concreet dat de tarieven die bezoekende zeeschepen in Rotterdam betalen met 1% geïndexeerd worden. Daarnaast neemt het Havenbedrijf maatregelen gericht op het versterken van de hub-functie en het stimuleren van duurzaam achterlandvervoer. Voor het eerst zijn de havengeldtarieven voor een periode langer dan één jaar vastgelegd zodat bedrijven weten waar ze de komende jaren aan toe zijn. Dit heeft het Havenbedrijf Rotterdam besloten na constructief overleg met, en met instemming van, het havenbedrijfsleven.

Container hub
In de containersector zet het Havenbedrijf in op een toename van het aantal transshipment containers. Deze gaan, nadat ze per zeeschip zijn aangekomen, vanaf de terminal direct over zee verder naar een andere Europese haven. Het havengeld voor zo’n container is gemiddeld ongeveer € 8,-. De huidige korting van € 1,65 wordt de komende drie jaar stapsgewijs verhoogd tot € 5,- per deepsea container. Voor feeder containers blijft de bestaande transshipmentkorting van €2,50 per container de komende drie jaar bestaan. Het Havenbedrijf wil zo de markt verleiden fors meer transshipmentlading via Rotterdam te verschepen. Daarbij krijgen containerschepen een extra stimulans om per keer dat ze naar Europa komen Rotterdam twee keer aan te lopen. Bij zo’n tweede bezoek door deepsea (intercontinentaal varende) containerschepen is het tarief voor het scheepsdeel 25% van het normale tarief. Dit stimuleert dat de allergrootste, zwaar beladen containerschepen bij aankomst in Noordwest-Europa eerst Rotterdam aandoen om een deel van hun lading te lossen, dan in enkele andere havens afmeren en voor vertrek naar Azië nog een keer naar Rotterdam komen om maximaal beladen Europa te verlaten.

Raffinage sector
De tarieven voor tankers met ruwe olie blijven de komende drie jaar elk jaar 1,5% onder de indexatie. Dit betekent dat het tarief in 2015 0,5% daalt. Hiermee komt het Havenbedrijf tegemoet aan de raffinagesector die structureel onder forse druk staat door de sterke concurrentie op de wereldmarkt.

Korting bij extra lage NOx-uitstoot
De bestaande korting voor schone schepen, de Environmental Ship Index (ESI), wordt voortgezet. Schepen die op de index 31 punten scoren krijgen al een korting van 10% op het scheepsdeel van het zeehavengeldtarief. Die korting wordt verdubbeld als schepen relatief weinig stikstof uitstoten. Hiervoor moet een schip volgens de ESI minimaal 31 punten scoren op het onderdeel NOx-uitstoot. Deze korting past naadloos in het akkoord dat het Havenbedrijf, Deltalinqs en zes natuur- en milieuorganisaties recent sloten om de stikstofdepositie in het Rijnmondgebied terug te dringen.

Spoor
Vorig jaar spraken Deltalinqs en het Havenbedrijf af om zo’n € 2 miljoen gericht te besteden om het vervoer per spoor te stimuleren. Onder de noemer ‘Railincubator’ wordt een bijdrage in de aanloopkosten van nieuwe spoorverbindingen beschikbaar gesteld. Afgesproken is om dit ook de komende jaren door te zetten om op deze manier het ‘spoorproduct’ van Rotterdam te versterken. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de containersector maar ook naar stimulering van transport van massagoed per spoor.

Binnenvaart
Voor de binnenvaart zijn afwijkende afspraken gemaakt. De prijs van een abonnement blijft volgend jaar gelijk. Rotterdam, Dordrecht, Zwijndrecht en Papendrecht vormen vanaf 1 januari administratief één binnenhavengebied. Hierdoor hebben schippers nog maar één in plaats van twee abonnementen nodig. Het Havenbedrijf gaat volgend jaar met de binnenvaartsector kijken hoe het systeem van binnenhavengeld verder gemoderniseerd kan worden. Daarom is er geen meerjarige afspraak gemaakt voor deze sector.

Quotes
Allard Castelein, president-directeur Havenbedrijf Rotterdam: “We stellen de tarieven voor drie jaar vast en we blijven structureel onder de inflatie. Dat is een helder signaal naar de markt. Rederijen weten waar ze in Rotterdam aan toe zijn. Daar bovenop spelen we gericht in op actuele ontwikkelingen, met name in de containermarkt en de raffinagesector.”

Steven Lak, voorzitter van Deltalinqs: “Deltalinqs heeft hier sterk voor gepleit. Vorig jaar zijn de incidentele crisiskortingen structureel gemaakt. De komende jaren gaat het havengeld reëel beetje bij beetje verder naar beneden. Het is verstandig van het Havenbedrijf om te blijven werken aan concurrerende haventarieven en andere kosten. Dit is goed voor verder herstel en groei.”

Peter den Breejen, vertegenwoordiger vanuit de Vereniging Rotterdamse Cargadoors: “ Deze langjarige afspraak, waarbij aandacht is gegeven aan alle sectoren in de haven geeft duidelijkheid en ruimte voor verdere ontwikkeling. De VRC heeft benadrukt om zowel de kansrijke sectoren, zoals de feedermarkt, te ondersteunen als ook een overall goed resultaat te bereiken. Dat is gelukt.”

Margaret Hill, directeur van de VNPI: “De positie van de Europese raffinaderijen is een lastige. Alles wat bijdraagt aan verlaging van onze kosten is belangrijk. Deze bescheiden verlaging van het havengeld voor ruwe olie tankers is structureel en cumulatief. Het helpt de sector te blijven concurreren op de wereldmarkt.”

Marktconsultatie
Het Havenbedrijf, Deltalinqs en VNPI hebben vaste afspraken over de manier waarop jaarlijks de hoogte van het zeehavengeld wordt vastgesteld. Door gestructureerde marktconsultatie komt de sector tegemoet aan de wens van de overheid voor zelfregulering van de tarieven. Bij deze consultatie worden onder andere inflatie, marktomstandigheden en economische ontwikkeling meegenomen. De tarieven gelden voor de zeehavens van Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Maassluis, Dordrecht en Moerdijk.

Havengeld
Havengeld is één van de inkomstenposten van het Havenbedrijf en wordt in rekening gebracht aan de rederijen die Rotterdam aandoen. In 2013 ontving het Havenbedrijf € 288 miljoen aan zeehavengeld en € 14 miljoen aan binnenhavengeld. De andere grote inkomstenbron van het Havenbedrijf is met € 321 miljoen de verhuur en erfpacht van terreinen.