Internationaal Knooppunt. Foto, Port of Rotterdam.

Import waterstof van groot belang

Duurzaamheid

Noordwest-Europa is ook in een CO2-neutrale wereld een grote netto importeur van energie. Dit zal veelal in de vorm van waterstof zijn. Rotterdam kan uitgroeien tot een internationaal knooppunt voor waterstof, zoals het dat nu voor olie is. Dat vraagt onder andere om een (bij voorkeur Noordwest-Europese) strategie, publiek-private samenwerking en financiering over de hele keten, van productie tot gebruik. Een proactieve aanpak geeft daarbij meer kans op succes dan een afwachtende houding.

Internationaal Knooppunt. Foto, Port of Rotterdam.
Internationaal Knooppunt. Foto, Port of Rotterdam.
Internationaal Knooppunt. Foto, Port of Rotterdam.

Dat zijn enkele uitkomsten van het rapport ‘Hydrogen for the Port of Rotterdam in an International Context; a Plea for Leadership’ van onderzoeksinstituut DRIFT (Dutch Research Institute For Transitions). Onderdeel van het op uitnodiging van Havenbedrijf Rotterdam gemaakte rapport was een aantal door prof.dr.ir. Jan Rotmans geleide dialoogsessies met experts uit de havenindustrie, overheid en wetenschap.

Het rapport stelt dat in 2050 de afhankelijkheid van energie-import in Noordwest-Europa kan oplopen tot 60% en voor Nederland zelfs tot 75%. De haven van Rotterdam heeft een sterke uitgangspositie om dé waterstofhub van Noordwest-Europa te worden, met groene waterstof als belangrijke pijler, maar dat is geen gelopen race. Het is volgens het rapport belangrijk vroegtijdig te investeren in gebruik en productie van waterstof, maar vooral ook in import en verhandeling.

Rotmans verwacht dat er op basis van nieuwe energiestromen ook nieuwe geopolitieke verhoudingen in de wereld komen. ‘Vanuit die gedachte moet je als Nederland ook nadenken welke positie je in de toekomst internationaal wilt innemen. Wil je die strategische functie behouden, dan moet je als overheid waterstofprojecten actief gaan voorfinancieren en zo die internationale positie tot ontwikkeling brengen. Ook bedrijven zullen fors moeten investeren in waterstof om een leidende rol te kunnen spelen in de nieuwe, CO2-neutrale economie.’

Blauw en groen

Rotmans geeft aan dat de komende 10 jaar naast groene waterstof ook ingezet moet worden op blauwe waterstof, gemaakt op basis van aardgas, waarbij de CO2 die bij de productie vrijkomt meteen wordt afgevangen en onderzees opgeslagen. ‘De route van blauwe naar groene waterstof is onvermijdelijk om voldoende massa en volume te kunnen creëren, zowel aan de vraag- als aanbodzijde. Het is een cruciale stap voor Rotterdam om de uitstoot van de industrie te kunnen reduceren en tegelijkertijd de rol als energiehaven te kunnen handhaven.’

Groene waterstof is vooralsnog kostbaar en er is de komende tien jaar nog te weinig groene stroom beschikbaar om op grote schaal waterstof te produceren. Projecten hebben vaak te maken met een onrendabele business case. In dat licht is een advies aan de overheid opgenomen om projecten actief te gaan voorfinancieren op basis van een publiek-privaat investeringsfonds. Gecombineerde tenderregelingen voor realisatie van windparken gekoppeld aan productie van groene waterstof zijn nodig.

Bevestiging ingeslagen weg

Havenbedrijf Rotterdam beschouwt het rapport van DRIFT als een bevestiging van de ingeslagen weg. CEO Allard Castelein: ‘Waterstof zal een centrale rol vervullen in de nieuwe, CO2-neutrale economie en biedt Rotterdam de mogelijkheid om als internationale energiehub een belangrijke rol te blijven vervullen voor de Nederlandse economie. We werken aan een reeks concrete projecten over de hele keten van productie, infrastructuur, gebruik en import om dat te realiseren. Het rapport van DRIFT bevestigt en verrijkt onze visie en het belang van de projecten waar we aan werken.’ Projecten die in Rotterdam op stapel staan zijn onder andere de bouw van electrolysers van Shell, bp en Nouryon voor het maken van groene waterstof, H-vision voor de productie van blauwe waterstof, en aanleg van een waterstofleiding dwars door het havengebied. Rotmans geeft aan dat opschaling van vraag naar en aanbod van waterstof van essentieel belang is, en dat dit tijd kost en grootschalige investeringen.

‘First mover’

Met deze projecten positioneert Rotterdam zich nadrukkelijk als een ‘first mover’. Het rapport van DRIFT stelt dat dit een belangrijke positie is die in het verleden ook concurrentievoordelen heeft opgeleverd. Rotmans: ‘First mover willen zijn, vraagt om visie, lef en leiderschap. Rotterdam toonde dit al eerder met bijvoorbeeld de investering in Europa’s eerste grootschalige containerterminal. Uiteindelijk heeft het ook de basis gelegd voor het huidige toonaangevende industriële en logistieke cluster. Leiderschap zit in het DNA van Rotterdam.’

Havenwethouder Arjan van Gils onderschrijft het belang van waterstof: ‘We werken graag mee aan de verduurzaming van haven en industrie. Waterstof is belangrijk om onze economie te vernieuwen, banen in de regio te creëren en onze klimaatdoelen te helpen realiseren. We zijn in Rotterdam niet groot geworden door op onze handen te blijven zitten. Als we de kansen die er liggen weten te benutten maken we een grote stap in de verduurzaming van de regio.’