Kansen voor de binnenvaart in verkiezingscampagne

Met de landelijke verkiezingen voor de boeg heeft het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart (CBRB) de reeds opgeleverde partijprogramma’s bestudeerd en op een rij gezet.

Nooit eerder heeft de binnenvaart zoveel kans gehad om haar kwaliteit als ‘groene vervoers-modaliteit’ te laten doorklinken in politieke standpunten. In alle (concept)programma’s van politieke partijen voor de Tweede Kamerverkiezingen van 9 juni 2010 staan duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) hoog op de prioriteitenlijst.

Emissiereductie van CO2 en van andere, schadelijke stoffen speelt ook bij veel politieke partijen een grote rol. Omdat de vervoerssector een belangrijke bijdrage levert aan de uitstoot van die gassen, is in die sector veel winst te behalen. Dat gebeurt al door steeds scherpere emissie-eisen aan motoren te stellen, zowel in wegvervoer als in de binnenvaart. Maar er is meer mogelijk. Een grotere rol voor de binnenvaart in dat goederenvervoer betekent dat grote hoeveelheden goederen met een relatief bijzonder lage uitstoot van schadelijke stoffen kunnen worden vervoerd.

Dat wordt door sommige partijen ook al erkend in de programma’s voor de verkiezingen. De SP stelt ronduit dat de binnenvaart moet worden gestimuleerd. De ChristenUnie wil de realisatie van overslagterminals stimuleren en vindt dat er een actieplan moet komen voor kleine vaarwegen en kleine binnenschepen. Tevens vindt de CU dat de overheid de binnenvaart te hulp moet schieten bij het bestrijden van de crisis om te voorkomen dat de vloot moet worden gesaneerd. Tegelijkertijd zegt de CU dat vrachtauto’s belasting moeten gaan betalen navenant aan de schade die zij berokkenen aan de samenleving. De PvdA stelt dat het wegvervoer een toeslag moet gaan betalen naar analogie van de Maut in Duitsland.

In de verkiezingsprogramma’s liggen nog meer kansen voor de binnenvaartondernemers. Zo stelt de VVD voor ondernemers die zich bedienen van groene technologieën minder belasting te laten betalen. De VVD maakt zich er ook sterk voor dat de doorvoerfunctie van Nederland wordt versterkt: “Ruim baan voor de Rotterdamse haven en de achterlandverbindingen”. De liberalen merken tevens op dat het aantal Natura 2000-gebieden (gebieden die een speciale status krijgen in de EU) fors moet worden teruggebracht. Dat kan van belang zijn voor de binnenvaart, omdat vaarwegen die door deze gebieden leiden mogelijk te maken krijgen met ongunstige voorwaarden voor de scheepvaart. Ook D66 merkt op dat er helderheid moet komen voor de vele ondernemers in de buurt van de Natura 2000-gebieden. D66 is echter een voorstander van het handhaven van het aantal Natura 2000-gebieden.

Het CDA is voor verdere samenwerking tussen de Nederlandse en Vlaamse havens waarbij de centrale vraag zal zijn hoe de havens meerwaarde aan deze samenwerking kunnen ontlenen want de zeehavens zijn natuurlijk concurrenten van elkaar en doen hun uiterste best om hun eigen positie te versterken. Hierbij dient gedacht te worden aan de koppeling van de informatiesystemen van Rotterdam en Amsterdam. De huidige minister van Verkeer en Waterstaat had al de boodschap om de samenwerking tussen de havens te stimuleren of zelfs af te dwingen. Eén doel is hierbij naar voren gekomen en dat is duurzaamheid.

Bezuinigingen ambtelijke werkgroepen
Uit de proefballonnen welke zijn opgelaten door een twintigtal ambtelijke werkgroepen blijkt dat de werkgroep Mobiliteit en Water 1,7 miljard aan bezuinigingen in kaart heeft gebracht. In totaal zijn er over de verschillende departementen 35 miljard euro aan mogelijke bezuinigingen voorgesteld. Om de bezuinigingen te realiseren maakt de betreffende werkgroep melding van diverse onwaarschijnlijke scenario’s op het gebied van vaarwegen. Onwaarschijnlijk is echter niet onmogelijk en derhalve blijft het zaak om de Haagse binnenvaart lobby juist nu goed op orde te hebben. Scenario’s als het opheffen van die vaarwegen met minder dan 20.000 binnenvaartpassages per jaar alsmede de mogelijke invoering van een vaarwegbelasting stuiten of op maatschappelijke stijging van de algemene kosten (omgekeerde modal shift – externe kosten) of op juridische onmogelijkheden. Waarbij op internationaal niveau de discussie rond een mogelijke tax niet onderschat moet worden. De felle reactie van de EVO op de voorgestelde plannen van de ambtelijke werkgroepen wordt door het CBRB gewaardeerd.

Alle partijen lijken het erover eens dat het juist de kleine ondernemers zijn, die Nederland door de crisis slepen. Die hebben tot nu toe de meeste veerkracht getoond. En vrijwel alle partijen zien dan ook in dat het midden- en kleinbedrijf meer (belasting)voordelen en bescherming verdient.

Het is opmerkelijk dat de ChristenUnie – de partij van Tineke Huizinga, die bijna drie jaar lang als staatssecretaris van V&W nauw betrokken was bij het wel en wee in de binnenvaart – van alle partijen verreweg de meeste verwijzingen naar de binnenvaart maakt. De CU stelt ook nog voor schone binnenschepen in de havens minder havengeld te laten betalen en/of sneller af te handelen. Dat is zeker ook nuttig. De binnenvaart mag dan de schoonste vervoerder zijn, de sector is zich er heel goed van bewust dat het nog schoner kan, en moet.

“Welke coalitie als gevolg van de verkiezingsuitslag in juni ook gevormd wordt, het CBRB zal zich blijven inzetten om de professionele binnenvaartsector nog beter op de kaart te krijgen bij de politici” aldus de beoogd directeur Robert Tieman van het CBRB.

Foto: J. de Witte

Bron: CBRB, 13-04-2010;