Lage waterstanden op grote rivieren

Duurzaamheid

Door een lange periode met weinig neerslag is de waterstand van de grote rivieren laag voor de tijd van het jaar. Via de grote rivieren komt er minder water ons land binnen dan normaal in december. Met name de scheepvaart ondervindt hier hinder van, doordat de diepgang en de breedte van de vaarweg verminderd zijn. Momenteel zijn de waterstanden van de Rijn bij Lobith ruim twee meter lager dan gemiddeld het geval is in december.

Perioden met verlaagde waterstanden komen vaker per jaar voor. Eerder dit najaar (eind augustus – half november) was er ook sprake van een laagwaterperiode. De huidige lage waterstanden komen in december maar weinig voor, voor het laatst in 1959. De waterstanden zijn nu zo laag door gebrek aan neerslag in zowel Nederland als onze buurlanden. Naar verwachting zullen de waterstanden in de loop van volgende week weer licht stijgen, omdat dan nieuwe neerslag wordt verwacht.

Gevolgen scheepvaart
De scheepvaart op grote rivieren (o.a. Waal, IJssel, Neder-Rijn en Lek) kan hinder ondervinden van de lage waterstanden. Door lage waterstanden is de diepgang op de rivieren verminderd en zijn de vaargeulen smaller. Schepen kunnen hierdoor minder lading vervoeren en kunnen elkaar minder makkelijk passeren in smalle bochten. Rijkswaterstaat past de vaarwegmarkering continu aan, afhankelijk van de situatie ter plaatse, en adviseert schippers om de scheepvaartberichtgeving goed in de gaten te houden. Om water vast te houden zijn de stuwen op de Nederrijn gesloten. Ook is de voorsluis van Sluis Eefde in gebruik. Vanwege de lage waterstanden op de IJssel is het hoogteverschil met de waterstand van het Twentekanaal groot. Een extra stap in het schutproces via de voorsluis neemt dit verschil weg.

Voordeel voor de scheepvaart
Elders in het land leveren de lage waterstanden juist voordelen op voor de scheepvaart. De Prins Bernhardsluizen in Tiel staan sinds 5 december open vanwege het lage water. De waterstand op de rivier de Waal staat vanwege het laagwater gelijk aan het peil van het Amsterdam-Rijnkanaal. Dit betekent dat de scheepvaart ongehinderd door kan varen en niet geschut hoeft te worden.

Voldoende water voor industrie, natuur, landbouw en drinkwaterwinning
Ondanks de lage afvoer is er voldoende water om aan de watervraag van industrie, natuur, landbouw en drinkwaterwinning te voldoen. De vraag naar water voor natuur en landbouw is in deze tijd van het jaar een stuk lager dan in de lente en zomer omdat het groeiseizoen ten einde is. Door Rijkswaterstaat en de waterschappen wordt zo nodig extra doorgespoeld met zoet water om zout water terug te dringen en verzilting tegen te gaan. Laagwater in de rivieren kan ervoor zorgen dat zout zeewater verder stroomopwaarts komt.