Anchorage. Foto, Thecla Bodewes SHipyards.

Nederlandse maritieme maakindustrie trotseert moeilijke tijden

Flinke tegenvallers in één van de belangrijkste maritieme segmenten in 2019; de zeescheepsnieuwbouw. Over het geheel genomen vallen bovendien de omzetcijfers in de maritieme maakindustrie lager uit dan gehoopt. Met de wetenschap van nu, zijn de vooruitzichten voor dit jaar door o.a. de corona- en oliecrisis stevig naar beneden bijgesteld. Dit alles komt nog bovenop de na-ijl effecten van de economische crisis in 2008 waarvan de maritieme sector nog steeds herstellende is. “Er ligt een uitdaging van formaat op ons te wachten”, zegt Bas Ort, voorzitter van brancheorganisatie Netherlands Maritime Technology in Rotterdam.

Anchorage. Foto, Thecla Bodewes SHipyards.

“Ten opzichte van 2018, een jaar dat we nog betitelden met ‘Een kleine stap vooruit’, werd in 2019 geen noemenswaardig verder herstel gesignaleerd en de kansen op verbetering in de toekomst zijn aanzienlijk verkleind. We zijn beland in een moeilijke, uitdagende periode. Het getuigt van moed en doorzettingsvermogen dat onze Nederlandse scheepsbouwers en maritieme toeleveranciers, ondanks de grote uitdagingen, blijven vernieuwen en orders voor nieuwe scheepstypen en maritieme technologie binnenhalen. Geen gemakkelijke taak, want bedreigingen voor het voortbestaan van onze maritieme sector komen inmiddels uit allerlei hoeken. Naast de coronacrisis en de onzekerheid over de olieprijsontwikkeling heb ik het dan ook vooral over het ontbreken van een mondiaal gelijk speelveld.”

Toewerken naar een nieuwe horizon van herstel kan niet zonder medewerking van de overheden in Den Haag en Brussel. Ort: “Eurocommissaris Breton (Interne Markt) heeft ons onlangs één van de meest strategische sectoren van Europa genoemd. Dat is goed nieuws, want het opent de deur voor maatregelen om de maritieme maakindustrie te stimuleren. Zo worden wij in staat gesteld om met onze duurzame, slimme schepen en maritieme technologie blijvend stevig bij te dragen aan de mondiale energietransitie. Wij roepen de Nederlandse overheid dan ook op om de maritieme maakindustrie als strategisch te erkennen en om onze sector te versterken door inzet op deze vier punten:

  1. Stimuleer innovaties in de maritieme sector. Maritieme regelgeving en het launching customership van de Nederlandse overheid moeten een prikkel zijn voor het stimuleren van innovaties. Zet daarnaast vol in op infrastructuur voor alternatieve brandstoffen en fondsen en experimenteerruimte voor RD&I.
  2. Dwing een mondiaal gelijk speelveld af, door (ook) unilaterale maatregelen te nemen en te zorgen voor goede toegang tot financiering.
  3. Geef als launching customer het goede voorbeeld door voor duurzame, slimme schepen te kiezen en besteed Nederlands belastinggeld maximaal bij het Nederlandse bedrijfsleven.
  4. Investeer in vakmensen. Zij vormen immers de ruggengraat van de Nederlandse (maritieme) maakindustrie. Technisch onderwijs moet blijven aansluiten op de veranderende behoeften van de industrie, voor zowel studenten, werkenden als zij-instromers.

De Nederlandse Maritieme Maakindustrie 2019

Zeescheepsnieuwbouw

De zeescheepsbouw verkeert in zwaar weer. Verschillende werven rapporteren rode cijfers en de orderintake in 2019 is zelfs slechts €351 miljoen (-45 procent t.o.v. 2018). Het grootste deel van de terugval is te verklaren door minder nieuwe orders voor grote baggerschepen. In CGT uitgedrukt is de orderintake een ruime halvering van de hoeveelheid werk die zij vertegenwoordigen ten opzichte van 2018. De afname van het aantal bestelde sleep- en werkboten lijkt gestopt (van 36 in 2017, naar 17 in 2018 en 16 schepen in 2019) evenals de vorig jaar ingezette daling van nieuwbouworders voor supportschepen voor de offshore en windindustrie. Alleen de orderintake van shortsea schepen vertoont een lichte stijging, met 13 nieuwe orders die vooral bij de Noordelijke scheepswerven zijn geplaatst.

Het orderboek is met 5 procent gedaald tot €1,76 miljard. Deze daling is beperkt gebleven omdat ook het aantal opgeleverde schepen is gedaald van 55 naar 43 schepen. Het orderboek bevat nog steeds een aantal grote complexe (helaas verliesgevende) projecten met een verwachtte oplevering in 2020. Aan het eind van 2019 stond de Nederlandse orderportefeuille op 66 schepen met een totaal tonnage van 373.651 CGT. Een daling ten opzichte van de 403.769 CGT van een jaar eerder. Voor behoud van de kennis en werkgelegenheid is het uiterst belangrijk dat er in 2020 weer voldoende nieuwe opdrachten bij gaan komen.

Maritieme toeleveranciers

De totale omzet van Nederlandse maritieme toeleveranciers steeg in 2019 naar €3,8 miljard, tegen €3,5 miljard in 2018. Uit schattingen blijkt dat ongeveer 65 procent van de omzet werd gegenereerd door export. De prijsniveaus bleven in 2019 onder druk staan. Het concurrentieniveau wordt nog steeds als bijzonder competitief ervaren. Het aantal eigen werknemers steeg van 17.318 personen in 2018 naar 17.574 personen in 2019.

Zeescheepsreparatie

De totale omzet van de Nederlandse onderhouds- en reparatiewerven bedroeg in 2019 €429 miljoen, een lichte stijging ten opzichte van het jaar ervoor (2018: €416 miljoen). De sector bood werkgelegenheid aan 1.655 personen (2018: 1.751 personen). De werkgelegenheidscijfers zijn afgenomen omdat werven nog flexibeler en efficiënter moeten opereren om zwarte cijfers te kunnen schrijven in de huidige markt. Nog steeds is het aantal grote refits en conversies laag in vergelijking met enkele jaren geleden. Vooral de cruise en offshore industrie zijn segmenten die dit soort werk uit laten voeren. De cruiseschepen varen ook in 2019 Nederland voorbij vanwege onduidelijke interpretatie van het begrip ‘riding crew’ door de Nederlandse overheid. De offshore industrie heeft lastige jaren achter de rug en is nog terughoudend met investeren. De offshore wind industrie, verschillende marines en yachting hebben wel enkele mooie orders opgeleverd. Echter is de concurrentie groot binnen de zeescheepsreparatie, zowel binnen Europa als daarbuiten. Daarnaast zijn er aan de kostenzijde stijgingen op diverse vlakken.

Binnenvaart, visserij en kleine zeegaande schepen

Behalve de werven die zich richten op de productie van zeeschepen met een tonnage groter dan 100 GT, zijn er verschillende werven die andere gespecialiseerde schepen bouwen. In zijn totaliteit was 2019 een redelijk goed jaar voor dit segment. In 2019 ontvingen de werven in deze categorie bouwopdrachten voor 238 schepen (2018: 185). Er werden 182 schepen opgeleverd (2018: 183), nagenoeg gelijk in aantallen ten opzichte van 2018 maar er is wel een forse stijging qua GT en geldwaarde. Waar het aantal opleveringen in aantallen stabiel is gebleven laat het aantal nieuwe opdrachten een mooie plus zien. Het orderboek is gegroeid van 140 schepen in 2018 naar maar liefst 198 schepen in 2019 met een totale waarde van €1.379 miljoen.

Superjachtbouw

De waarde van het orderboek is met € 4,0 miljard en 51 jachten van meer dan 24 meter lang, redelijk stabiel gebleven, omdat de waarde van de opleveringen vrijwel gelijk is aan de waarde van de orderintake. De orderintake in 2019 telt 16 jachten met een waarde van iets meer dan €1 miljard en een totaal van 55.927 CGT. Het aantal opleveringen is met 17 schepen in 2019 flink gedaald ten opzichte van 2018.