Overslag haven Rotterdam gedaald met 1,1%

De goederenoverslag in Rotterdam is in 2016 met 1,1% gedaald tot 461,2 miljoen ton. De daling komt grotendeels voor rekening van het droog massagoed, zoals ertsen en kolen. Het nat massagoed wist het hoge niveau van 2015 vast te houden. Toen groeide de sector ruim 10%. Er werden het afgelopen jaar 1,2% meer containers (TEU) overgeslagen.

Nat massagoed
De overslag van ruwe olie daalde 1,2% tot 101,9 miljoen ton. De aan- en afvoer van olieproducten nam na een stijging van 18,0% in 2015 dit jaar toe met 0,3% tot 88,8 miljoen ton. Er werd minder stookolie overgeslagen en meer gasolie, diesel, kerosine, benzine en nafta behandeld. De overslag van LNG nam 26,1% af tot 1,7 miljoen ton, na een toename van ruim 90% in 2015. Oorzaak was dat er in 2016 minder arbitrage in LNG-prijzen op de wereldmarkt was. De categorie overig nat massagoed steeg 1,5% tot 31,2 miljoen ton. Dit is een optelsom van verschillende ladingsoorten. Zo werd er meer biodiesel overgeslagen maar minder palmolie. In totaal daalde de hoeveelheid nat massagoed 0,5% tot 223,5 miljoen ton.

Droog massagoed
De overslag van ertsen en schroot nam 7,8% af tot 31,2 miljoen ton. Dumping van Chinees staal was hiervoor de belangrijkste reden. Pluspunt was de toename van de export van schroot naar Turkije, dat anti-dumping maatregelen heeft afgekondigd. De hoeveelheid overgeslagen kolen nam 7,3% af tot 28,4 miljoen ton. Belangrijkste oorzaken zijn de sluiting van kolencentrales in Nederland en de toegenomen opwekking van wind- en zonne-energie. Er zijn meer agrarische producten vanuit Europa aangevoerd en minder overzee, waardoor de overslag van agribulk 3,6% daalde tot 10,4 miljoen ton. De hoeveelheid overig droog massagoed nam af met 1,4% tot 12,2 miljoen ton doordat iets minder grondstoffen voor de bouw en de industrie werden in gevoerd. Alles bij elkaar daalde het droog massagoed 6,2% tot 82,3 miljoen ton.

Containers
De overslag van containers steeg 1,2% tot 12,4 miljoen TEU (twenty feet equivalent unit, de eenheidsmaat voor containers) en 0,6% in gewicht tot 127,1 miljoen ton. In het tweede halfjaar werd 4,9% meer overgeslagen dan in dezelfde periode het jaar ervoor. Er werd meer lading verscheept van en naar het Verre Oosten en Noord-Amerika, minder naar Zuid-Amerika. Binnen Europa nam het transport, zowel feederverkeer als shortsea, tussen Rotterdam en Groot-Brittannië, Ierland, Spanje en Portugal toe. Tegelijkertijd liep het containerverkeer met het vaargebied ScanBaltic terug, vooral vanwege de zwakke Russische economie. De twee nieuwe containerterminals op Maasvlakte 2 hebben in het tweede halfjaar een sterke groei doorgemaakt. In het eerste halfjaar behandelden ze samen nog 0,6 miljoen TEU, in het tweede halfjaar 1,1 miljoen TEU. Het marktaandeel van Rotterdam in de Hamburg-Le Havre range bedraagt, net als de afgelopen jaren, ongeveer 30%. In de samenwerkingsverbanden van de grote containerrederijen hebben dit jaar nogal wat verschuivingen plaatsgevonden. Vanaf 1 april hanteren de allianties nieuwe vaarschema’s. Deze zien er voor Rotterdam gunstig uit.

Ondanks de aangekondigde Brexit nam het roll on roll off (roro) verkeer toe. Het betreft niet alleen transport van en naar Groot-Brittannië, maar ook Scandinavië, Spanje en Portugal. Het roro-verkeer groeide 1,7% tot 22,4 miljoen ton. De overslag van overig stukgoed nam 3,0% toe tot 5,9 miljoen ton, vooral doordat meer staal en non ferro metalen werden overgeslagen. Roro en overig stukgoed vormen samen de categorie breakbulk. Deze nam 2,0% toe tot 28,3 miljoen ton.

De offshore sector heeft het zwaar
Door de aanhoudend lage olieprijs wordt er relatief weinig geïnvesteerd in olie- en gaswinning en heeft de offshore sector het zeer zwaar. Veel bedrijven in deze voor Rotterdam belangrijke sector hebben medewerkers moeten ontslaan. Tegelijkertijd startte Sif het afgelopen jaar op Maasvlakte 2 de productie van monopiles voor windturbines op zee.

Prognose 
Het Havenbedrijf verwacht dat het overslagvolume in 2017 op een vergelijkbaar niveau zal liggen als dat van 2016. De containeroverslag zet naar verwachting de opwaartse trend door, maar het is ongewis of de andere sectoren het resultaat van 2016 zullen evenaren.

Omzet van het Havenbedrijf stabiel 
De omzet van het Havenbedrijf is vorig jaar vrijwel stabiel gebleven en uitgekomen op € 675,4 miljoen. Doordat de kosten onder controle zijn is sprake van een gezonde winstontwikkeling. De winst steeg met 5,0% tot € 222,2 miljoen.

De twee belangrijkste inkomstenbronnen van het Havenbedrijf zijn de verhuur van terreinen en het zeehavengeld dat schepen betalen bij een bezoek aan de haven. De inkomsten uit de verhuur van terreinen stegen met € 8,0 miljoen (+2,4%) tot € 348,9 miljoen. Dit is de optelsom van nieuwe uitgiften, ingroei van contracten die recent zijn afgesloten, indexering van contracten en verlenging van contracten tegen herziene prijzen. De havengelden namen met 2,3% af tot € 309,1 miljoen door een daling van de overslag (-1,1%), een daling van de gemiddelde prijs per ton en een toename van de kortingen. De kortingen op het havengeld die het Havenbedrijf gaf aan milieuvriendelijke schepen nam met 21,3% toe tot € 4,5 miljoen. In totaal bleven de bedrijfsopbrengsten stabiel op € 675,4 miljoen.

De operationele kosten daalden met 4,5% tot € 227,9 miljoen, vooral door daling van kosten gerelateerd aan de interne bedrijfsvoering en de vrijval van enkele reserveringen. Het resultaat uit deelnemingen bedroeg € 8,5 miljoen, circa € 0,4 miljoen minder dan vorig jaar. De omvang van deze post wordt net als in vorige jaren bepaald door de succesvolle deelneming in de haven van Sohar (Oman).

In het voorjaar van 2016 heeft het Havenbedrijf € 100 miljoen van het in 2008 afgesloten rentederivaat afgekocht. Hier is € 59,4 miljoen voor betaald. Van dit bedrag is in 2016 € 32,9 miljoen ten laste van het resultaat genomen. Na de afkoop resteert er nog een rentederivaat van € 900 miljoen. Het Havenbedrijf was in staat om het rentederivaat terug te brengen omdat de uitstaande variabele schuld eerder terugloopt dan voorzien. Dit komt door stabiele omzetontwikkeling, scherpe kostenbeheersing en goed risicomanagement op de investeringsprojecten.

€ 92,8 miljoen dividend
Conform de bestaande langlopende afspraken stelt het Havenbedrijf aan de aandeelhouders, de gemeente Rotterdam (70,83%) en de Staat (29,17%), voor om over 2016 € 92,8 miljoen (+2,0%) dividend uit te keren; € 65,7 miljoen aan de gemeente en € 27,1 miljoen aan de Staat.

Investeringen versus vennootschapsbelasting
Het Havenbedrijf heeft als missie om economische en maatschappelijke waarde te creëren door samen met klanten en stakeholders duurzame groei te realiseren. Het Havenbedrijf gebruikt de winst die ze maakt dan ook om, afgezien van het afbetalen van schulden en het uitkeren van dividend, te investeren in de ontwikkeling van de haven. In 2016 werd onder andere geïnvesteerd in de kademuren voor Sif, ligplaatsen voor Stena Line, de vervanging en upgrade van boeien en palen, de ontwikkeling van Maasvlakte Plaza en kademuren voor Koole Terminals. In totaal investeerde het Havenbedrijf vorig jaar € 179,8 miljoen tegenover € 154,4 miljoen in het jaar ervoor (+16,4%).

De komende jaren is de investeringsportefeuille goed gevuld met projecten als het omleggen van ca. 4 km van de Havenspoorlijn via de Theemsweg. Dit is openbare infrastructuur waaraan het Havenbedrijf circa € 100 miljoen gaat bijdragen. In concurrerende havens in omliggende landen betaalt de overheid dit soort publieke infrastructuur. Het is daarom extra zuur dat de Europese Commissie besloten heeft dat het Havenbedrijf vanaf 1 januari 2017 vennootschapsbelasting moet gaan betalen. Het Havenbedrijf is in beroep gegaan tegen dit besluit omdat het indruist tegen het principe dat er binnen Europa een gelijk speelveld moet zijn.