PFAS: vanaf vandaag meer ruimte voor baggeraars

Duurzaamheid

Meer ruimte voor bouwers en baggeraars, op een veilige manier voor onze gezondheid en het milieu. Met dat doel stelt minister Stientje van Veldhoven (Milieu en Wonen) vandaag een tijdelijke, landelijke achtergrondwaarde voor PFAS vast voor de land- en waterbodem. Zij doet dit op wetenschappelijk onderbouwd advies van het RIVM en Deltares. Van Veldhoven heeft afgesproken met opdrachtgevers, gemeenten, provincies en waterschappen de geboden ruimte zo snel mogelijk en maximaal te gebruiken. Voor grond en baggerbedrijven die in de knel zijn gekomen, wil het kabinet de mogelijkheden om aan krediet te komen verruimen. Ook wil Minister van Veldhoven bekijken wat in de aanpak van niet genormeerde- en zeer zorgwekkende stoffen beter kan en hoe de kraan voor dit soort stoffen kan worden dichtgedraaid.

Van Veldhoven: “We zetten hiermee een hele belangrijke stap waardoor veel grond- en bagger werkzaamheden weer door kunnen, terwijl we zorgen voor de bescherming van onze gezondheid en het milieu.”

Meten is weten

Op verzoek van Van Veldhoven is de afgelopen maanden op veel plekken in Nederland gemeten hoeveel PFAS in de land- en waterbodem zit. Het RIVM adviseert op basis van metingen een achtergrondwaarde van 0,8 microgram PFAS per kilo grond voor de landbodem te hanteren, en 0,9 microgram per kilo voor de stof PFOS (een van de duizenden stoffen uit de PFAS-groep). Deltares heeft een soortgelijk onderzoek gedaan naar de achtergrondwaarde PFAS in de waterbodem. Deltares adviseert 0,8 microgram PFAS per kilo grond te hanteren, en 3,7 microgram voor PFOS. Dit betekent in de praktijk dat grond- en baggerbedrijven meer ruimte hebben om veilig grond te verzetten en te baggeren. Zij kunnen bijvoorbeeld weer bagger kwijt in sommige diepe plassen die in contact staan met rivieren. De achtergrondwaarden worden verwerkt in het tijdelijk handelingskader PFAS. Dat werd op verzoek van decentrale overheden in juli 2019 vastgesteld. De nieuwe achtergrondwaarden voor PFAS voor de land- en waterbodem gaat per direct in.

Opdrachtgevers: breng werkzaamheden op gang

Van Veldhoven heeft met opdrachtgevers, gemeenten, provincies en waterschappen afgesproken de ruimere mogelijkheden zo snel mogelijk en maximaal te benutten. Van Veldhoven: “Elke dag telt. Ik heb zelf gezien hoeveel problemen grond- en baggerbedrijven kunnen hebben door PFAS. Niet alles is hiermee opgelost, maar dit is een grote stap. Het is nu vooral ook zaak dat de geboden ruimte benut wordt. De PFAS-problematiek is zeer complex. Er kon en kan al heel veel wel, maar het is in de praktijk soms ingewikkeld de mogelijkheden die er zijn te benutten. Daar blijven we met man en macht aan werken.”

Meer kredietmogelijkheden voor bagger- en grondbedrijven

Het kabinet wil daarnaast een vangnet voor gezonde bedrijven die door PFAS tijdelijk mensen en machines niet aan het werk hebben. De overheid kan nu al voor een deel garant staan voor bedrijven die een lening willen afsluiten, via de Borgstelling MKB-kredieten. Het kabinet wil het deel waarvoor de overheid garant kan staan verhogen. Dit gaat zo snel mogelijk in en betekent concreet dat midden- en kleinbedrijven (MKB) uit bijvoorbeeld het grondverzet en de baggersector, die geraakt zijn door de PFAS-problematiek, makkelijker aan krediet kunnen komen.

In de toekomst voorkomen

Om te voorkomen dat PFAS überhaupt in ons milieu komt, wil van Veldhoven een verbod op alle niet essentiële toepassingen van de gevaarlijke stoffen die tot de PFAS groep behoren. Dat is niet van de een op andere dag geregeld maar Nederland is hier samen met andere EU-lidstaten mee aan de slag. Een aantal PFAS is al aan regels gebonden. Zo is PFOS al vrijwel verdwenen en is GenX op de lijst van ‘zeer zorgwekkende stoffen’ (ZZS) geplaatst. Van Veldhoven wil daarnaast de aanpak voor niet genormeerde- en zeer zorgwekkende stoffen tegen het licht houden: “Ik vind dat we moeten kijken wat in de aanpak voor niet genormeerde- en zeer zorgwekkende stoffen anders moet om in de toekomst deze problemen te voorkomen. We hebben zo snel als mogelijk gezorgd voor oplossingen, maar in de praktijk kan dat voor sommige bedrijven te lang zijn. Ik ga daarom kijken wat aangepast moet worden zonder af te doen aan de veiligheid.”