Schonere zeescheepvaart, schonere lucht?

Duurzaamheid

Per 1 januari 2015 mag het zwavelgehalte van de scheepsbrandstof voor de internationale zeevaart in de Sulphur Emission Control Area (SECA) nog maar 0,1% (1000 ppm) bedragen. Bureau Lucht van de DCMR heeft in opdracht van het Havenbedrijf onderzocht  of de aangescherpte SECA eis heeft geleid tot meetbaar lagere SO2-concentraties in het Rijnmondgebied in de eerste helft van 2015.

Zeeschepen die gebruik maken van brandstoffen met een zwavelgehalte dat hoger ligt dan 0,1%, dienen voordat ze de SECA binnenvaren over te schakelen op een brandstof met een zwavelgehalte van maximaal 0,1%, dan wel een alternatieve methode te gebruiken waarmee de uitstoot een gelijkwaardig niveau bereikt (rookgasreiniging). Deze maatregel volgt op een aantal andere door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) en Europese Unie vastgestelde maatregelen voor de stapsgewijze reductie van SO2-emissies door de scheepvaart.
In dit onderzoek is gekeken of de aangescherpte SECA eis heeft geleid tot meetbaar lagere SO2-concentraties in het Rijnmondgebied in de eerste helft van 2015. Dit wordt verwacht omdat de zeevaart, ondanks eerdere verlagingen van de zwaveluitstoot, een groot aandeel van de heersende SO2-concentraties veroorzaakt.
De DCMR Milieudienst Rijnmond meet sinds vele jaren SO2-concentraties op een zestal locaties in het Rijnmondgebied (Hoek van Holland, Maassluis, Botlek Geulhaven, Pernis, Hoogvliet, en Schiedam). Met behulp van windroosanalyses is gekeken naar de gemiddelde SO2-concentratie en spreiding op deze meetstations per windrichting tussen 2014 en 2015. Daarnaast is gekeken hoe groot het verschil in SO2-concentratie uit de voor de scheepvaartbijdrage relevante windhoeken tussen 2014 en 2015 per station is. Op deze manier wordt verstoring door eventuele veranderingen in andere SO2-bronnen zoveel mogelijk uitgesloten.

Het onderzoek toont aan dat SO2-concentraties in de voor zeescheepvaartbijdrage relevante windhoeken in 2015 lager zijn dan in 2014. De scheepvaartintensiteiten zijn in 2015 niet gedaald. Dat betekent dat de verlaging is veroorzaakt door de aangescherpte SECA eis.
De gevonden verschillen in SO2-concentraties uit de voor de scheepvaartbijdrage relevante windhoeken liggen tussen de 2,5 en 3,0 µg/m3. Deze verschilconcentraties geven een orde van grootte aan voor het absolute effect van de SECA maatregel.
Dit omdat geen rekening is gehouden met verschillen in meteorologie en scheepvaartintensiteit. Data over scheepvaartbewegingen en een langere meetperiode (om meer evenwicht te krijgen in voorkomende meteo-omstandigheden) zijn nodig om het absolute effect van de SECA-maatregel preciezer vast te kunnen stellen
In eerder onderzoek is aangetoond dat de winst van SECA maatregelen terug te zien is in verschillende SECA kustgebieden, o.a. in de vorm van lagere concentraties SO2, fijn stof, roet en zware metalen. De aanscherping van de brandstofeis voor zeeschepen in 2015 is een verdere succesvolle stap in het verbeteren van de luchtkwaliteit in het Rijnmondgebied en mogelijk ook in andere SECA kustgebieden.

Meer.. Milieudienst Rijnmond