Tender voor Hollandse Kust (zuid) III & IV eind 2018 open

Duurzaamheid

De tender voor de windparken op de kavels III en IV Hollandse Kust (zuid) gaat aan het einde van dit jaar open onder de oude regels die enigszins aangepast zijn, schreef minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat de Tweede Kamer aan de Tweede Kamer. De lopende procedure voor wijziging van de Wet windenergie op zee gaat nog veel tijd kosten en Wiebes wil daar niet op wachten.

Uit het overleg met de sector is volgens Wiebes duidelijk geworden dat er vooral behoefte is aan spoedige duidelijkheid over het regime waaronder de volgende tender gaat vallen. En dat de sector daarnaast sterk hecht aan het tot dusver gehanteerde ritme van jaarlijks een tender aan het eind van het jaar. De interne planning van deze
bedrijven en de toeleverende industrie heeft zich hierop ingesteld, en afwijkingen daarvan hebben een ongunstig effect op de kosten.

Wiebes is daarom tot de conclusie gekomen dat continuïteit in de tenderagenda voor hem voorop staat. Zowel met het oog op de kostenontwikkeling, als met het oog op het tijdig realiseren van de doelen uit het Energieakkoord en straks het Klimaatakkoord. De minister is daarom voornemens de tender voor kavels III en IV Hollandse Kust (zuid), nog dit jaar te starten onder de huidige wetgeving. Wel zal hij in de op te stellen regeling voor dit jaar een beperkt aantal wijzigingen aanbrengen in de selectiecriteria voor de vergelijkende toets. Een deel hiervan is gericht op verdere verbetering van de transparantie van het proces. Daarmee beoogt hij de risico’s op bezwaar en beroepsprocedures te beperken.

Daarnaast heeft Wiebes de Kamer geïnformeerd over de motie Van Veldhoven om bij het onderzoeken van nieuwe zoekgebieden voor de realisatie van nieuwe windparken op zee de optie mee te nemen om grotere gebieden in één keer aan te besteden.

“Met het oog op een eventuele doorgroei van windenergie op zee heb ik in mijn eerdergenoemde brief over de routekaart windenergie op zee 2030 (Kamerstuk
33561, nr. 42) aangegeven dat het kabinet uiterlijk in 2021 wil starten met de noodzakelijke verkenningen hiervoor. De aanwijzing (en daarbij behorende
afweging) van nieuwe windenergiegebieden zal uiteindelijk in een wijziging van het Nationaal Waterplan of in het kader van de Nationale Omgevingsvisie zijn
beslag krijgen. Bij de keuze voor gebieden op zee en de optimale tenderomvang, zal de door uw Kamer en door windenergiesector geuite wens om grotere gebieden te tenderen en daarmee schaalvoordelen te benutten een rol spelen, evenals de optimale transportcapaciteit van het net op zee”, aldus Wiebes.