Wat zijn de gevolgen van zandsuppleties op natuur en kust?

Duurzaamheid

Op maandag 12 juni 2017 starten de veldonderzoeken naar de gevolgen van het opspuiten van zand op de natuur voor de Nederlandse kust. Het eerste onderzoek start in Ter Heijde in de provincie Zuid-Holland.

In de daarop volgende weken zijn er veldonderzoeken in Castricum, Texel en Ameland. Het meerjarig onderzoek vindt plaats vanuit het landelijk project Natuurlijk Veilig, waarin Rijkswaterstaat en 10 natuurorganisaties samenwerken om meer inzicht te verkrijgen in de gevolgen van reguliere zandsuppleties op natuur op de vooroevers, de duinen en in de Waddenzee. De onderzoeken richten zich dit jaar op de ondiepe vooroevers langs de kust.

Natuurlijk Veilig voor meer inzicht
Om Nederland te beschermen tegen de zee spuit Rijkswaterstaat jaarlijks miljoenen m3 zand op en vlak voor de kust. Bij deze zandsuppleties houdt Rijkswaterstaat altijd rekening met de natuur. Over de ondiepe kustzone waar de meeste suppleties plaatsvinden, is meer kennis nodig over de effecten van reguliere suppleties op de samenstelling en het functioneren van het ecosysteem. Doel van het project Natuurlijk Veilig is dan ook om meer inzicht te verkrijgen in hoe kustbescherming en natuurontwikkeling optimaal te combineren. Daarbij gaat het om de ideale frequentie, de periode, het volume, het type zand en de locaties van de zandsuppleties. Bij het onderzoek in de ondiepe kustzone richten de onderzoekers zich op de kinderkamerfunctie voor vissen. Daarnaast wordt onderzoek gedaan naar effecten in de duinen en het Waddengebied. Het gaat hier om kleinere onderzoeksonderdelen waarbij vooralsnog geen veldwerk is voorzien. De belangrijkste focus in dit meerjarig onderzoek is het onderwaterleven vlak voor de kust. Op basis van de resultaten kunnen in de toekomst kustbescherming en natuurontwikkeling beter worden gecombineerd.

Metingen te zien op kustlocaties
In de onderzoeksperiode is het heel goed mogelijk dat wandelaars de Luctor, het onderzoeksschip van de Rijksrederij, op zee zien of een rubberboot bij het strand zien liggen. De eerste meting start langs de kust in Ter Heijde. De daarop volgende week starten de metingen op 19 juni in Heemskerk-Castricum, 26 juni op Texel en 3 juli op Ameland. Het onderzoeksinstituut Wageningen Marine Research (WMR) voert de onderzoeken uit. De onderzoekers verrichten metingen tussen het strand en de -10 m dieptelijn. Het is niet mogelijk om op elke diepte op dezelfde wijze metingen uit te voeren. Vanaf de Luctor vissen de onderzoekers tussen -10 en -3 m diep. Op ondieper water werken zij vanaf een rubberboot. Ook vissen zij vanaf het strand met netten in het ondiepste deel van het water.